Wet scheepsuitrusting
Artikel 10
1
De fabrikant brengt op uitrusting die voldoet aan de productvoorschriften en waarvoor een toepasselijke procedure van overeenstemmingsbeoordeling is gevolgd, in de laatste fase van het productieproces het merk van overeenstemming aan.
2
Het merk van overeenstemming wordt, indien de keuringsinstantie die de procedure van overeenstemmingsbeoordeling heeft uitgevoerd, betrokken is bij de fase van fabricagecontrole, gevolgd door het identificatienummer van die instantie. Het identificatienummer wordt door de fabrikant aangebracht, indien het niet door de keuringsinstantie zelf wordt aangebracht.
3
Het merk van overeenstemming en in voorkomend geval het identificatienummer, bedoeld in het tweede lid, worden gevolgd door de twee laatste cijfers van het jaar waarin het merk van overeenstemming is aangebracht.
4
Het merk van overeenstemming wordt, met inachtneming van bijlage D van de richtlijn, op een zodanige wijze op de uitrusting of een daaraan bevestigd gegevensplaatje aangebracht, dat het voor de verwachte gebruiksduur van de uitrusting zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar zal zijn, met dien verstande dat het merk van overeenstemming op de verpakking, een etiket of een brochure wordt aangebracht, indien de aard van de uitrusting aanbrenging op de uitrusting zelf niet toelaat.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.